Aangiftebereidheid daalt: ’Het helpt toch niets’


Terwijl traditionele vormen van criminaliteit zoals geweld, inbraak, diefstal en vernieling afnemen, worden Nederlanders juist vaker slachtoffer van cybercrime. Dat blijkt uit nieuwe cijfers in de Veiligheidsmonitor van het CBS.
CBS-onderzoeker Maarten Bloem wijst op verklaringen in de wetenschap van die trend. „De hypothese is dat jongeren, waar het grootste deel van de criminaliteit vandaan komt, tegenwoordig veel meer binnen zitten. Daardoor komen ze minder in de gelegenheid om buiten wat uit te halen. Wel zijn ze meer online actief.”

Amsterdam koploper
Geweldsdelicten bleven daarentegen relatief stabiel met een aandeel van rond de twee procent van de Nederlanders van 15 jaar en ouder. Die laatste ontwikkeling heeft vooral te maken met de situatie in Amsterdam, waar het aandeel misdrijven met 71 per duizend inwoners het hoogst van Nederland is, gevolgd door Den Haag (45 per duizend inwoners).
Burgemeester Femke Halsema, waarnemend hoofdofficier van justitie John Lucas en politiecommissaris Frank Paauw schreven die ontwikkeling toe aan de internationale drugshandel en de normalisatie van wapens als messen.

Uit politiecijfers blijkt dan ook dat de drugscriminaliteit sinds 2018 weer groeit, waardoor het aantal geregistreerde misdrijven afgelopen jaar – na een jarenlange daling – weer wat is toegenomen: van ruim 786.000 in 2018 naar zo’n 817.000 in 2019. Bloem: „Die misdrijven zijn niet direct aan slachtoffers te koppelen, waardoor je die stijging niet in het aantal slachtoffermeldingen ziet doorwerken.”

Opmerkelijk is de dalende meldings- en aangiftebereidheid. Terwijl in 2012 nog bleek dat slachtoffers 38 procent van de hen overkomen gewelds-, vermogens- en vandalismedelicten meldden bij de politie, gebeurde dit in 2019 nog in slechts 32 procent van de gevallen. De belangrijkste reden om een delict niet bij de politie te melden of aan te geven is het idee ’dat het toch niets helpt’.

Rondhangende jongeren
Nederlanders voelen zich als gevolg van deze ontwikkelingen steeds veiliger, blijkt uit de Veiligheidsmonitor. Waar in 2012 nog 37 procent aangaf zich in het algemeen weleens onveilig te voelen, lag dat aantal in 2019 op 32 procent.
Het onveiligst voelen mensen zich op plekken waar groepen jongeren rondhangen (36 procent van de Nederlanders). Jongeren voelen zich dan ook het meest onveilig. Zo meldt 40 procent van de jongeren van 15 tot 25 jaar zich over het algemeen weleens onveilig te voelen, tegenover 23 procent van de 65-plussers. Meer dan de helft van de jonge vrouwen (15-25 jaar) heeft daar bovendien last van, zo’n 54 procent.

Resultaten onderzoek
Nederlanders worden steeds vaker getroffen door cybercrime, terwijl het aantal traditionele criminaliteiten daalt. Cybercrime is voor de politie lastiger op te sporen, aangezien internetcriminelen steeds beter hun ‘voetsporen’ kunnen wissen. Wij vroegen aan het Opiniemeters panel of zij minder snel aangifte zouden doen van cybercrime dan van traditionele criminaliteit. 33% geeft aan minder snel aangifte te doen hiervan, 43% zou net zo snel aangifte doen en 24% weet het niet of wil het niet zeggen.

Over dit onderzoek
Aan deze Opiniemeters poll deden 6403 deelnemers mee.

Na de vragenlijsten van Opiniemeters, waarbij respondenten geld verdienen en mogelijk prijzen winnen met het invullen van vragenlijsten, wordt ze gevraagd om hun mening te geven over een actueel onderwerp.

Over de auteur

Opiniemeters is bedacht en gestart door Mark. Tijdens zijn studie voerde hij zijn eerste onderzoekjes uit. Inmiddels is dit avontuur uitgegroeid tot één van de grotere onderzoekspanels van Nederland. Panelleden geven hun mening over allerlei onderwerpen. Jaarlijks voert hij met een klein hecht (vrienden) team honderden onderzoeken uit. Aandacht voor onze leden staat hierbij altijd centraal. Daar doen we het allemaal voor!


Opiniemeters maakt gebruik van cookies. Door gebruik te maken van deze website of door hiernaast op akkoord te drukken, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies en het verzamelen van informatie aan de hand daarvan door ons en door derden.