Lang waren de rijen in de winkelstraten in de uren voordat minister-president Mark Rutte (VVD) het land opnieuw op slot gooide. Die rijen stonden niet alleen voor de winkels met kerstproducten, maar ook bij de verkooppunten van loten. Voor veel mensen is deelname aan de oudejaarstrekking van de Staatsloterij een gewoonte geworden. De jackpot winnen in de loterij is natuurlijk de perfecte manier om 2020 toch nog met vuurwerk af te sluiten, aldus het NRC.
Zo’n jackpot van miljoenen euro’s klinkt bijzonder aantrekkelijk. Dat aanlokkelijke bedrag moet echter wel gefinancierd worden. De kans dat u die jackpot daadwerkelijk wint is dan ook bijzonder klein. Zo is de kans om door de bliksem geraakt te worden groter. Loterijen worden daarom al jaren met regelmaat bekritiseerd. Gekscherend worden loterijen wel eens ‘belasting op domheid’ genoemd.
Er zijn weinig investeringen met een minder gunstig rendement dan loterijen. Uit de jaarcijfers van de Staatsloterij in 2019 komt naar voren dat de stichting een omzet heeft gemaakt van zo’n 1,3 miljard euro. Van dit bedrag werd iets minder dan 900 miljoen uitgekeerd in de vorm van prijzen. Deelname aan de Staatsloterij levert dus een negatief rendement op van ongeveer 33 procent. Wanneer u structureel meedoet aan de Staatsloterij betekent dit dat u op de lange termijn twee euro terug krijgt voor elke drie euro die u aan loten heeft gespendeerd. Opmerkelijk hierbij is dat de Staatsloterij nog een relatief ‘voordelig’ rendement biedt, omdat over de prijzen geen kansspelbelasting betaald hoeft te worden.
Het ongunstige rendement is niet het enige aspect dat loterijen dubieus maakt. Een ander aspect is de denivellerende werking. Bij elke miljoenenknaller die wordt uitgekeerd is er slechts één gelukkige en worden duizenden mensen een beetje armer. De inkomenskloof tussen arm en rijk wordt onnodig groter. Extra problematisch is dat met name arme mensen meedoen aan loterijen.
De denivellerende werking van loterijen heeft ook nog een dieper effect. Om dit effect te laten zien wil ik hier graag het economische concept van de ‘afnemende marginale waarde van inkomen’ introduceren. Dit concept houdt in dat het positieve effect op het welzijn van een individu steeds kleiner wordt bij elke extra euro dat dit individu verdient. Ter illustratie: Een inkomensvermeerdering van 15.000 naar 20.000 euro heeft gemiddeld een sterker positief effect op het welzijn dan een inkomensvermeerdering van 45.000 naar 50.000 euro.